Deze casus heeft als doel aan te geven hoe de houdingsweerstand therapie volgens de methode Bugnet een  positieve bijdrage lijkt te kunnen leveren aan de behandeling van Parkinson patiënten.

 

Huisvrouw van 68 jaren, 4 jaren geleden door de neuroloog gediagnosticeerd met M.Parkinson. Beginnende klachten voor diagnose stelling waren pijn en stijfheid van de cervicale wervelkolom, duizeligheid en struikelen over oneffenheden met name op straat. 

Therapie: - neuroloog: medicatie en controle 2 keren per jaar

                  - fysiotherapeut: 1 tot 2 malen per week

 

Inspectie en onderzoek:

Opmerking: betreft een tussentijdse inspectie alvorens inbrengen van oefeningen volgens methode Bugnet.

Bij inspectie en onderzoek bleken onder meer: algehele flexie houding met aanzienlijke protractie stand van de schoudergordel, rigiditeit van linker lichaamshelft ( hemi Parkinson beeld komt in de eerste jaren vaak voor), scoliotische houding, zwaartepunt van  lichaam naar ventraal en rechts, evenwicht en balans problemen, lichte propulsie en valneiging naar rechts tijdens gaan, achterblijven van linker lichaamshelft en verminderde romprotatie in ADL, lichte actieve flexie contractuur linker hand,linker elleboog en  heupen.
Aanvullend: actieve vrouw, hobby’s: handwerken en wandelen, ADL zonder hulpmiddelen,cox artrose rechts.

 

Behandeling:

De behandeling is gestart volgens de richtlijnen voor de ziekte van Parkinson van het KNGF ( Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie).

De houding en het houdingsgevoel van deze patiënte vertoonden drie jaren na aanvang van de therapie snelle achteruitgang, ondanks aanpassing van de medicatie door de neuroloog.

Aangezien houdingscorrectie één van de doelstellingen van de behandeling was, is als aanvulling op de therapie gekozen voor de methode van Houdingsweerstandtherapie Bugnet.

De oefeningen volgens deze methode

  • passen goed in een oefenschema voor thuis.
  • bieden de patiënt de mogelijkheid krachtig en actief de houding en het houdingsgevoel te oefenen en toe te passen in het dagelijks leven
  • geven de patiënten een beter houdings- en bewegingsgevoel.
  • bieden Parkinson patiënten “cues”( zie KNGF richtlijn Parkinson 2005),welke de patiënt goed kunnen ondersteunen in het dagelijks bewegen.
  • kunnen de extensie ketens trainen om de algehele flexie contractuur neiging actief tegen te gaan.
  • bieden de mogelijkheid zwakker wordende spieren, vaak aan de rigide zijde en /of door inactiviteit, te trainen in functionele spierketens, nodig voor het behoud van dagelijks houden en bewegen. Bij deze patiënt kan bijvoorbeeld één van de Bugnet oefeningen aangrijpen op het functie verlies van de dorsaalflexoren van de voeten. Het “sloffen en bijna struikelen en vallen” kan het plezier in lopen en bewegen verminderen en  levert tevens een groot gevaar op gezien de complicaties als fracturen. Opmerking: bij oudere patiënten wordt vaker verzwakking van bv. de m. tibialis anterior gezien. Tevens kan binnen een zelfde oefening accent gelegd worden het functie onderhoud van de m.erector truncti, thoracale deel en de adductoren en depressoren van de scapulae om de toenemende houdings problematiek bij Parkinson tegen te gaan.

 

Verloop van de behandeling:

De patiënte start met één oefening om de  extensie kracht en voetheffing te bevorderen, in rugligging met een rolletje onder de knieën, een smalle en lichte verhoging onder de thoracale wervelkolom, onder het bekken en lichte verhoging onder het hoofd. De oefening is een combinatie van oefeningen uit het algemene deel: ter verlenging van contracturen van de heup( A.8), versterking van extensoren van de thoracale wervelkolom en adductoren van de scapulae(A.9) en versterking van de m. tibialis anterior( E.6). Zie Bugnet oefening 1.

-De uitgangshouding zoveel mogelijk symmetrisch.

- hierbij gelden de basisregels voor elke Bugnet oefening, de centrale opbouw met buik- bilmusculatuur inzet enz. Weerstand wordt gegeven aan  de onderbenen, thuis zet de patiënte de voeten  af tegen een rol, gelegd tegen de muur.

Wegens problemen met de symmetrie wordt de romp vervolgens geoefend met een oefening voor scoliose/ scoliotische houding (zie boek p. 45/59): asymmetrische weerstanden worden geboden en asymmetrische aanspanning. De patiënte ontwikkelt in korte tijd een beter houdingsgevoel in de romp: ze voelt nu ook dat ze scheef zit en wegzakt in de stoel. Het afzetten met de voeten op de grond blijkt een goede “cue”te zijn om een sterkere en rechtere houding aan te nemen. De ruglig oefening blijft in het oefenschema, de zit oefening wordt af en toe toegepast tijdens ADL. Na een aantal weken wordt uitgebreid met een oefening in stand om te zien of de pulsie neiging kan afnemen. Hiervan heeft patiënte met name last tijdens lopen. Mevrouw loopt graag en veel, fietsen doet zij al lang niet meer. Er was al vermindering van de klacht dat “ze zwalkte over het trottoir en geen rechte lijn kon houden”. Met het inbrengen van de staande oefening namen deze klachten verder af. Het bijna struikelen was na enige tijd niet meer aan de orde. Op de loopband kon mevrouw na enige weken zonder steunname van de armen lopen. Het meebewegen van de linker arm moest wel bewust ingebracht worden.

Toen patiënte lichte stress incontinentie klachten kreeg, is het oefenen aan gepast en uitgebreid met het tevens leren aan spannen van de bekkenbodem musculatuur in de totale ketens. De buik- en heupspieren werden nog eens goed betrokken bij de oefening. Wel moet opgemerkt worden dat incontinentieklachten ook op basis van centraal neurologische pathologie kunnen voorkomen (in welk geval oefeningen geen garantie op herstel bieden). Deze patiënte heeft tot op heden wel baat bij de oefeningen, ook op het gebied van de bekkenbodem problematiek. Terugkoppeling naar de neuroloog is vanzelfsprekend.

 

Conclusie:

De patiënte is een zeer gemotiveerde, actieve en positief ingestelde vrouw. De boven beschreven aanvulling op bestaande oefenschema’s  voor de ziekte van Parkinson vond zij een uitdaging. Zowel tot haar als tot onze verwondering bleek het toepassen van enkele oefeningen volgens Bugnet tot op heden zeer gunstig effect te sorteren. De houdings- en bewegingsproblematiek, voortkomend uit de scoliotische houding en de moeite met het houdingsgevoel lijken goed trainbaar met de houdingsweerstandsoefeningen.

Hoewel het een centraal neurologische progressieve ziekte betreft, zagen wij bij deze patiënte op genoemde punten vooruitgang. Vergelijkbare patiënten, die getraind werden volgens de richtlijnen voor de behandeling van M. Parkinson zonder toevoeging van de bovengenoemde oefeningen, leken minder vooruitgang op genoemde punten te boeken.

 

 

G.H. Lenselink - Kamphuis, April 2010.